 |

Dodentempel Merenptah

De dertiende zoon van
Ramses II, bouwde toen hij aan de macht kwam, net
als zijn vader een dodentempel. In vergelijking met de
tempels van zijn voorgangers verschillen ze niet veel van
elkaar. Merenptah liet zijn tempel bouwen van stenen en
andere materialen van de in de buurt gelegen bouwwerken van
Amenhotep III. In het eerste hof van de tempel trof de
Britse archeoloog Petrie de overbekende triomfstèle van
Merenptah aan. Het is een
verslag van zijn overwinning op de zeevolkeren en de Libiërs
die aan het begin van zijn regeringsjaren de delta probeerde
te veroveren. Nieuwe opgravingen in de tempel maakten
zichtbaar wat er de laatste jaren is overgebleven van de
tempel na het winnen van kalk en zandsteen.

Een indruk van de voormalige pracht geven
de grote blokken kalksteen uit de eerste zuilenhal, die zijn
gedecoreerd met voorstellingen van de barkenprocessies en
met scènes van offerhandelingen. Vele zandstenen fragmenten
op de muren tonen nog sporen van verf. Fragmenten van
talrijke beelden, waaronder het onderste deel van een
borstbeeld dat Petrie gevonden heeft, zijn getuige van de
talloze vernielingen. In het tweede hof van de tempel werden
grote fragmenten van drie kolossale beeldengroepen ontdekt,
die de farao onder begeleiding
van de goden tonen.
Het gaat hier echter om beelden origineel van
Amenhotep III, die voorzien
werden van de naam van farao Merenptah.
De oude naam werd op vakkundige wijze weggekapt.
Andere kolossale beelden van Amenhotep III, waaronder
beelden van jakhalzen, sfinxen en grote blokken kalksteen
met gekleurde reliëfs en prachtige scènes van het koninklijk
huwelijk uit diens tempel, waren gebruikt voor de
fundamenten van de tempel van Merenptah. Doordat ze echter
als fundering gebruikt werden zijn deze wel goed bewaard
gebleven.

|
 |