Satis - Satet Tempel - Elephantine - Aswan

        

Het heiligdom op het eiland Elephantine is de enige tempel in Egypte waar de ontwikkeling van een provinciaal heiligdom kan worden gevolgd vanaf de vroeg dynastische periode, dankzij een bewaard gebleven schrijn dat gesitueerd was in een natuurlijke nis, gevormd tussen grote rotsblokken. Boven deze eerste schrijn in de nis, werden gedurende de hele oud- Egyptische geschiedenis verdere uitbreidingen van het heiligdom gebouwd en is nu bekend als de Satis tempel.
Het heiligdom bestond uit twee uit bakstenen opgetrokken kamers waarin hoogstwaarschijnlijk achteraan het cultusbeeld bewaard werd. Hier werd aardewerk gevonden uit de Pré dynastische periode, maar het bakstenen heiligdom dateert uit de vroeg dynastische periode. Voor deze twee kamers werd een mogelijks overdekte hof geconstrueerd met muren van baksteen.

Door aanpassingen van het aangrenzend fort tijdens de eerste helft van de Eerste Dynastie diende dit voorhof aangepast te worden en werd niet enkel de ingang verplaatst, maar ook doordat de verstrekte muur van het fort verstevigd werd, werd het hof van het heiligdom kleiner. Er werd een nieuw heiligdom gebouwd in het zuidelijke gedeelte van het eiland. Het door de regering verwaarlozen van de lokale cultusplaatsen ten voordele van de staatsgodsdienst zou typisch zijn voor deze periode. Tegen het einde van de Tweede Dynastie echter werd de stad in die mate uitgebreid dat die versterkte muren waarvan hierboven sprake afgebroken werden en een nieuwe versterkte buitenmuur gebouwd werd. Hierdoor kreeg het voorhof zijn oorspronkelijke afmetingen terug, en werd verder nog uitgebreid tijdens de Derde Dynastie.

Afgezien er veel votieve voorwerpen uit de vroege tijden werden teruggevonden, valt het niet uit te maken aan welke godheid deze schrijn oorspronkelijk gewijd was. Het meest voorkomende uit deze periode is een voorwerp met een gestileerde egelskop. Er werden ook figuurtjes gevonden van kinderen, misschien werd het heiligdom bezocht in verband met zwangerschap en geboorte. Of misschien werd hier een cultus gehouden in connectie met de jaarlijkse overstroming daar een mythische verklaring hiervoor was dat de overstroming ontstond in een grot onder Elephantine.

Het is waarschijnlijk gedurende de Zesde Dynastie dat de God Chnoem verbonden werd met de cultusplaats, waar toen misschien al Satis vereerd werd. Gedurende het Middenrijk werd dit heiligdom eerst vernieuwd door een bakstenen gebouw, later heropgetrokken in natuursteen. In het Nieuwe Rijk bouwde voornamelijk Thoetmoses III een volledige nieuwe tempel boven op het heiligdom en de lager gelegen oude schrijn werd afgesloten zodat deze nog slechts toegankelijk was door een schacht met een trap. In de tempel werden nu Chnoem, Satis en Anoekis (Ankhet)vereerd. In de Grieks-Romeinse periode werd de tempel verder uitgebreid. De tempel werd door het Duits Archeologisch Instituut gerestaureerd en de ontbrekende reliëfs werden op een duidelijk aanvullende wijze aangebracht tussen de originele stukken.

Zonder op elke bouwfase uitgebreid te kunnen ingaan, moeten we toch wijzen op een aantal belangrijke vondsten. Een opmerkelijke ontdekking uit de 5e dynastie was een depot van meer dan 350 kleine votiefgaven, meestal uit faiënce. Een uitgebreid assortiment van mensen en dierenfiguurtjes, zowel koninklijk als privaat lagen verspreid over de vloer van de cultusruimte. Ten laatste in de regering van Pepi I, verantwoordelijk voor de eerste grotere verbouwingen in de 6e dynastie , kreeg de god Chnoem een cultusplaats binnen de tempel van Satis. Samen met Anoekis zullen zij later de triade van Elephantine vormen.

 

De val van de centrale Koninklijke macht in de Eerste Tussenperiode deed de betekenis van Elephantine in het zuiden alleen maar toenemen. Het zijn de koningen van de 11e dynastie die voor het eerst steen bij hun uitbreidingen van de tempel gingen gebruiken. Mentoehotep II zou vervolgens een installatie bouwen voor de viering van de Nijl overstroming, die volgens de oude Egyptenaren in Elephantine begon. Toen Sesostris I het gebied verder zuidelijk annexeerde, verloor Elephantine voor het eerst zijn functie als grensstad. Desondanks bleef het een belangrijk administratief en economisch centrum. De Satistempel werd vervangen door een volledig uit steen opgetrokken structuur, verbonden met een voorhof waar de inwoners aan bepaalde festivals konden deelnemen. Chnoem kreeg nu een eigen tempel in het centrum van de stad. Een derde, maar niet minder belangrijke cultusplaats, was deze van de monarch Heqaib. Tijdens het turbulente einde van het Oude Rijk had hij zoveel voortreffelijk leiderschap aan de dag gelegd dat hij na zijn dood vereerd werd als een locale heilige. In de loop van het Nieuwe Rijk , wanneer de Egyptenaren steeds verder in Nubië doordringen en Elephantine alweer floreert, zal de cultus van Chnoem deze van Satis zelfs overtreffen. Door de vergroting van de tempels en bijkomende economische veranderingen worden de bewoners gedwongen verder noordwaarts te trekken. Dat ook in deze tijd Syene (het huidige Aswan) op het vasteland, in de teksten verschijnt heeft hier wellicht mee te maken. Met de aanvang van de Derde Tussenperiode, maakten herhaalde interne conflicten en de onafhankelijkheid van Nubië het strategisch belang van Elephantine opnieuw duidelijk. In de 26e dynastie werden verbouwingen hervat, met o.a. de toevoeging van een Nijlmeter aan de tempel van Chnoem. Tijdens de Perzische overheersing groeide het belang van de eerder aanwezige Joodse en Aramese kolonie. Ruïnes van huizen, on-Egyptisch van bouw, leveren talrijke papyri op gerelateerd aan het Jodendom.

 

Met de 30e dynastie brak terug een meer welvarende periode voor Elephantine aan, die zou voortduren onder de Ptolemaeën en Romeinen. Niet alleen werden tempels herbouwd en zelfs nieuwe aangelegd. Een monumentale poort van Alexander IV staat nu nog steeds recht. In de Romeinse periode werd ook de rivieroever tussen de twee terrassen opgevuld. De haven van de stad verfraaide men met een monumentale trap en een heiligdom. In het residentiële district komen goed bewaarde woonstructuren uit deze periode aan het licht. Omdat de tempels en toebehoren nu bijna de helft van de oude gebied in beslag gingen nemen, verplaatste het dagelijkse leven van handel en administratie zich naar de oost-oever van de Nijl, het huidige Aswan. Met de komst van het Christendom in de vroege 4e eeuw, zou Elephantine definitief in de schaduw van Aswan treden. De verdedigende rol van Elephantine was in de 5e eeuw dan ook vooral gericht op aanvallen van plunderende bendes. De ontmanteling van de tempels voor bouwmateriaal, dat wellicht in deze periode begon, heeft tot gevolg dat er vaak niet meer dan fundamenten te zien zijn. Arabische bronnen vermelden ten slotte een klooster en 2 kerken op het eiland waarvan er een kon worden teruggevonden in de voorhof van de Chnoem tempel. De laatste Christelijke fase eindigde waarschijnlijk in de 13e of 14e eeuw.

In de buurt van de eerste cataract wordt een triade vereerd die vooral op twee grote domeinen actief is. In de eerste plaats werd het gebied van de eerste cataract, door de oude Egyptenaren beschouwd als de plek waar zich de bronnen van de Nijl bevonden. Deze bronnen zorgden niet alleen voor de dagelijkse watertoevoer voor de beide landen, maar tevens voor de jaarlijkse overstroming die voor een deel de rijkdom van de beide landen uitmaakte. Ten tweede was het gebied van de eerste cataract het zuidelijke grensgebied van Egypte met Nubië. Het gaat dus om een voor de Egyptische kroon belangrijk strategisch gebied. Beide ideeën vinden we terug in de functies van de triade van Elephantine die gevormd wordt door Chnoem, Anoekis en Satis.
 

Tempels         Menu