 |

Canope - Egypte

Een canope of canopische vaas is in de
archeologie een grafvaas die menselijke stoffelijke
overblijfselen bevat. Hoewel er bijvoorbeeld ook Etruskische
canopen bekend zijn, wordt met de term 'canope' doorgaans de
oudegyptische canope bedoeld. Hierin werden de verwijderde
organen van een mummie bewaard.
In het oude Egypte werd de dood beschouwd als het begin van
nieuw leven. Zo zag men in de duisternis de voedingsbodem
voor het dagelijks opkomen van de
zon. Ook de mens zou na de dood voortleven in het
Dodenrijk.
Daarom stelden de Egyptenaren alles in het werk om het
lichaam van de dode te bewaren.
Met een haak werden de hersenen door de neus verwijderd; de
ingewanden haalde men uit het lijk door een snede in de
linkerzij. Het lichaam werd vervolgens
in natron gelegd om te drogen, gereinigd met palmwijn,
gebalsemd met oliën en tot slot omzwachteld met linnen. De
verwijderde maag, darmen, longen en
lever vergezelden de
mummie in het graf. Zij werden bewaard
in kruikjes (of canopen) met een dierenkop of mensenhoofd
als deksel. Die gebeeldhouwde
dekseltjes stelden de vier zonen van Horus voor. In een
later stadium van de Egyptische kunst maken de canopedeksels
met koppen van de zonen van Horus plaats voor deksels met
het portret van de overledene. Omdat de Egyptenaren het hart
beschouwden als de zetel van de ziel werd dit orgaan als
enige niet uit het lichaam gehaald. De vier canopen, die van
terracotta, keramiek of albast waren gemaakt werden in de
nabijheid van de sarcofaag begraven om de eenheid van het
lichaam te bewaren.

|
 |