 |

Vallei - Dal der Koninginnen - Luxor - Egypte

De Vallei der Koninginnen (Set Neferu ofwel zetel der schoonheid)
is net als de
Vallei der Koningen een begraafplaats van
het Nieuwe koninkrijk uit het Oude Egypte. Deze vallei is echter iets
zuidwestelijker gelegen en er liggen voornamelijk koninginnen en kinderen. Ook
edelen uit het Nieuwe Rijk hadden hier een gedeelte voor hun eigen graven.
Deze vallei bevindt zich in het uiterst zuidelijk
gedeelte van de Thebaanse necropool. Hier werden vanaf de 18de
dynastie de eerste prinsen en prinsessen van koninklijke bloede,
maar ook andere belangrijke personen begraven. Ook werd hier vanaf
de tijd van
Ramses II,
de koninginnen die de titel 'koninklijke gemalin', droegen begraven.
En tijdens de 20ste dynastie veranderde Ramses III de traditie en
liet hier graven voor enkele van zijn kinderen (prinsen) maken. De Wadi
el Melikat, zoals het Arabische bevolking de vallei noemt, dankt zijn
naam aan
Champollion. Ook deze plaats was net als de
Vallei der Koningen heilig. Volgens de oude Egyptenaren was de grot symbolisch voor de buik
of de baarmoeder van de goddelijk koe (Hathor) waaruit het water
stroomde dat de aanstaande verrijzenis van de overledene voorspelde
die op deze bevoorrechte plaats begraven was. De graven kunnen in
twee groepen worden verdeeld. Tot de eerste groep behoren de
grafschachten (meer dan zestig) die tot de 18de dynastie teruggaan
en tot de tweede, de grote Ramessaanse graven van de 19de dynastie,
die een complexe structuur vertonen en uit echte
begrafenisvertrekken bestaan, deze laatste lijken veel op de graven
in de Vallei der Koningen, alleen wat eenvoudiger. De eerste gemalin
die hier werd begraven was Sat-Ra, echtgenote van Ramses I en moeder
van
Seti I. Na het einde van de Ramessaanse periode en de
daaropvolgende systematische schending door grafrovers, werden de
begrafenissen in de vallei hervat.
Vanaf de 21ste dynastie en in de
Derde tussenperiode werden de graven een begraafplaats voor personen
die niet van koninklijk bloed waren. In het begin van het Romeinse
Rijk veranderde de vallei in een openbare begraafplaats tot
halverwege de vierde eeuw v. Chr. toen de
Kopten zich hier vestigden.
Zij verbranden en vernielde graven en verbranden het klooster Deir
Roemi, hiervan zijn de ruines nog te zien. Al tijdens het uithakken
van de graven moet bekend zijn geweest dat deze rosten niet geschikt
waren, ze moesten daarom maatregelen nemen, ze gebruikte muna, een
speciale pleister die vaak hele wanden en plafonds van de graven
bedekte. Soms was de kwaliteit zo slecht dat de
architecten opdracht gaven op een nieuwe betere plaats opnieuw te
beginnen, hierdoor zijn er veel onvoltooide graven. De eerste
archeoloog die hier systematische opgravingen verrichte was de
Italiaan Ernesto Schiaparelli, die in de periode tussen 1902 en 1906
werkte, samen met een Egyptoloog Francesco Ballernini. Zij ontdekte
de belangrijkste graven, zoals de kinderen van
Ramses III, Setherchopsjef, Chaemwaset en Amonherchopsjef, maar ook het graf van
Nefertari,
de vooraanstaande koninklijke
gemalin van Ramses II, een van de mooiste graven van alle Thebaanse
graven. In 1970 ging een aantal projecten van start, die door het
CNRS van Parijs, het Louvre, het CEDAE en door de Egyptische
oudheiddienst werden uitgevoerd. De graven werden schoongemaakt en opnieuw
bestudeerd, en er kwam een systematische analyse van alle graven.
|

Het
graf van
Nefertari (19de dynastie) is een van de mooiste van de
koninginnenvallei en van de hele Thebaanse necropool.
Ramses II liet
dit graf bouwen voor zijn geliefde vrouw. Het magnifieke resultaat
moest de ongekende schoonheid van deze vrouw symboliseren.
Het grafmonument is in het midden van de 20ste eeuw uitgebreid
gerestaureerd geweest. Vooral de schilderijen die op de wanden
aangebracht werden, zijn van een uitzonderlijke schoonheid en
kwaliteit. Er worden slechts een beperkt aantal bezoekers per dag
toegelaten en foto en/of videocamera's zijn ten strengste verboden. |
Graven en tombes in de vallei der
koninginnen
Tombe no. 30 - Nebiri (vermoedelijk), hoofd van de
stallen, Dynasty XVIII
Tombe no. 31 - een Koningin, naam onbekend
Tombe no. 33 - Prinses Tanezem Dynasty XX (?)
Tombe no. 36 - een Prinses, naam onbekend
Tombe no. 38 - Koningin Sitre' vrouw van Ramses I
Tombe no. 40 - een Koningin, cartouche blank
Tombe no. 42 - Prins Para'hirwenemef, zoon van Ramses III
Tombe no. 43 - Prins Set-hirkhopshef, zoon van Ramses III
Tombe no. 44 - Prins Kha'emweset, priester van Ptah. zoon van Ramses
III
Tombe no. 46 -
Imhotep
(waarschijnlijk) o.a. Vizier Tuthmosis I
Tombe no. 47 - Prinses 'Ahmosi Dochter van Sekenenre'-Ta'a en
Sit-dhout
Tombe no. 51 - Koningin Esi II, moeder van Ramses VI, dochter van
Hubalznet
Tombe no. 52 - Koningin Tyti Ramesside
Tombe no. 53 - Prins Ramses, zoon van Ramses III
Tombe no. 55 - Prins Amen(hir)khopshef, zoon van Ramses III
Tombe no. 60 - Koningin Nebttaui dochter van Ramses II
Tombe no. 66 -
Koningin Nefertari, Vrouw van Ramses II
Tombe no. 68 - Koningin Merytamun dochter van Ramses II
Tombe no. 71 - Koningin Bent'anta dochter van Ramses II
Tombe no. 73 - een Prinses, naam onbekend Dynasty XX (?)
Tombe no. 74 - Koningin Tentopet
Tombe no. 75 - Koningin, naam onbekend

|
 |