Farao Eje

Eje, Egyptische koning van het einde van de 18e dynastie, opvolger van Toetanchamon en voorganger van Horemheb. Zoals uit zijn onvoltooid graf, KV. 25, in de zuidelijke necropool van el-Amarna blijkt, was hij een vurig aanhanger van de leer van Achnaton. Hij was bevelhebber van de ruiterij en secretaris van de koning. Maar de eretitel waar hij het meest prat op ging en die hij steeds bij zijn naam vermeldde was die van it-ntr of 'godsvader'. Deze titel wijst meestal op de schoonvader van de vorst.

                                   

In het geval van Eje wordt hij in betrekking gebracht met het feit dat zijn echtgenote Tiji de voedster geweest is van Nefertiti. K. Seele heeft de stelling verdedigd dat een zoon van Eje en van Tiji een dochter van Amenhotep III zou gehuwd hebben en dat uit dit huwelijk Smenchkare en Toetanchamon zouden geboren zijn. In dit geval zou de inscriptie van een kleine afgebroken tempel uit Karnak, waarin Eje zich de vader van deze laatste noemt, bijna letterlijk (eigenlijk: grootvader) dienen opgevat te worden. Op een afbeelding in de grafkamer van Toetanchamon fungeert Eje, met de blauwe koningskroon getooid, als sem-priester en voltrekt de rite van de mondopening op de mummie van zijn voorganger. Eje regeerde slechts vier jaar. Hij werd in een graf (KV. 23) in het westelijke dal der koningen bij Thebe begraven. Zijn sarcofaag bevind zich in het Museum te Cairo.

Menu