 |
 |

Karnak Tempel te Luxor

Zoals de
piramiden beschouwd kunnen
worden als de symbolen van het koningschap in het Oude Rijk, zo kan men de twee
tempels van Karnak en
Luxor zien als die van het Nieuwe Rijk. Generaties
farao's hebben bewijzen geleverd van hun vroomheid, hun macht, hun rijkdom,
uitgestrektheid en belangrijkheid. Meer dan welke andere tempel ook is Karnak
het verblijf van Amon gebleven, een waar paleis voor een god, en het is niet
vreemd dat de eerste toeristen in Egypte (de Grieken en de Romeinen), deze
ruïnes beschouwde als mensenpaleizen. In Karnak werd Amon gevoed, gelaafd,
bewierookt en gezalfd. Van daar uit bracht hij bezoeken aan andere goden in hun
tempels. Amon woonde er niet alleen. Er waren ook tempels voor Chonsoe, Moet en
anderen. De Karnak tempel is oeroud, mogelijk even oud als
Thebe zelf. |

Niet minder dan
2000 jaar lang werd er aan gewerkt, gebouwd, vernieuwd, veranderd,
weggebroken, opnieuw hersteld. De reusachtige muur die er beschermend omheen
sluit geeft het tempelterrein aan en toont meteen hoe ontzaglijk groot dit is.
Een aantal poorten geeft toegang tot het terrein. Van de gebouwen uit de
vroegste tijd is niets meer over, die verdwenen bij later bebouwingen. Dat er in Karnak
een tempel bestond weten we van een praktisch geheel verdwenen tempel van
Mentoehotep III uit de 11e dynastie. Voorts vinden we de naam Sesostris, die de
tempel in 1950 v. Chr bezocht heeft. De grote tijd van Karnak is die van de 18e
dynastie, ongeveer 1570 v. Chr. De
farao's van die dynastie lieten schitterende
tempels neerzetten. Deze zijn niet zo verpletterend groot als de fameuze hypostyle-zaal van
Ramses II, maar ze zijn eleganter van verhoudingen en
verfijnder van afwerking. Koningin
Hatsjepsoet
schonk Amon een heiligdom voor zijn
'brak' en de twee beroemde
obelisken.
Zicht op de grote hypostylezaal van de Amontempel,
ingekleurd zoals hij er oorspronkelijk uitzag

Op het tempelterrein staat ook de zaal
met houten zuilen en houten dak waarin Thoetmoses III door Amon erkend werd
als troonopvolger. Later bouwde hij de feestzaal, het Huis van Miljoenen Jaren
en de prachtige kamer met de botanische reliëfs. Hij verving het houten gebouw
van zijn vader door een stenen gebouw en daar had hij wel reden toe,
het was om zo te zeggen de bevestiging van zijn eigen legende. Ook het grote
heilige meer naast de tempel, met een grote hoenderhof voor de offers, werd door
hem aangelegd. Een ander interessant gebouw was het 'luisterend oor van Amon' waar men zijn klachten kwijt kon. |

Erg leuk is de grote
granieten
scarabee
die uitkijkt over het meer, waar een grote schare priesters
de trappen naar het water afdaalden om zich ritueel te reinigen. Deze scarabee
was gewijd aan de zonnegod Kheperi. De legende zegt, dat als je drie keer om
deze scarabee loopt, je een wens mag doen, tot op heden zijn mijn wensen helaas nog
nooit uitgekomen! Beroemde
bouwende Farao's van Karnak zijn
Ramses II en III geweest en alles wat ze lieten
verrijzen was groter en indrukwekkender dan wat er ooit had gestaan. Ramses II
maakte zich meester van het 'luisterend oor' en liet overal zijn naam vermelden,
maar zijn belangrijkste toevoeging is toch de hypostyle zaal die nooit nalaat
zelfs op moderne bezoekers een verpletterende indruk te maken. Er staan niet
minder dan 134 zuilen, die het stenen dak, tegenwoordig deels weer
gerestaureerd, getorst hebben. Volgens zeggen kunnen er 125 mannen boven op het
kapiteel staan. De middelste zuilen zijn de grootste en hebben een omtrek van 11
meter; de 'kleinere' van 9 meter. Ofschoon deze zaal officieel op naam van
Ramses II staat is
Seti I
er reeds mee begonnen. Men kan er zijn naam
herhaaldelijk aantreffen, onder andere voor zijn overwinningen in Syrië en Kanaan, die werden toegeschreven aan Amon. Ook
Ramses III bouwde een mooie
tempel die dienst deed als tussentijdse halte bij grote processies en een nog
veel grotere tempel buiten het terrein voor de godin Moet. |

Deze
ligt naast de sfinxenallee, die de tempels van Karnak en Luxor met
elkaar
verbindt. Nieuwe farao's kwamen en gingen en bouwden aan Karnak.
Sjesjonk I liet een reusachtig voorhof aanleggen, afgesloten door
een pylon die tegenwoordig nog altijd 30 meter hoog is en
oorspronkelijk veel hoger was. Dit brengt ons aan de vele pylonen
die in Karnak te vinden zijn. Ze behoren tot de opvallendste
bouwwerken. Voor de pylonen stonden beelden,
obelisken
en
vlaggenmasten van cederstammen uit Libanon, waaraan kleurige wimpels
waaiden. Dergelijke vlaggenmasten waren tientallen meters hoog. De
pylonen waren overdekt met gebeeldhouwde en gekleurde reliëfs. Het
waren er tien. Tussen Karnak en de tempel
van Luxor ligt een lange dubbele rij sfinxen en bij de laatste
tempels tussen de sfinxen, is zelfs nog het plaveisel zichtbaar,
waarover duizenden jaren geleden de voetstappen der oude Egyptenaren
gingen. |
|
 |
 |
|