Mythe van Osiris

De ziel van de overledene wordt door de god Toth voor Osiris geleid

Voor de oude Egyptenaren was Osiris de heerser over het dodenrijk. Vaak wordt hij afgebeeld als een mummie, die recht spreekt over de zielen van overledenen. Aan hen, die de onsterfelijkheid hadden verdiend door hun zuivere levenswandel, schonk hij nieuw leven, uit inscripties en papyrusteksten blijkt echter dat hij voor de oude Egyptenaren veel meer was dan alleen maar een god van de onderwereld en een rechter over de doden. Hij was nl. ook de god van het koningschap en van de levenskracht van de farao, een personificatie van de vruchtbaarheid van het land, de geest van de vegetatiecyclus en in feite ook de god van de Nijl zelf. Verder werd hij geïdentificeerd met de zon, de maan en de sterren van Orion.

De mythe van Osiris gaat over zijn eigen dood en wederopstanding, een thema dat de dagelijkse cyclus weerspiegelt van het 'sterven' van de zon bij zonsondergang en zijn 'geboorte' bij zonsopkomst. Als heerser over de doden was Osiris 'De eersteling van hen, die het Westen bewonen'. De ouders van Osiris waren Geb, de aarde, en Nut, de hemelgodin. Osiris werd koning van Egypte en bracht het land en zijn bevolking tot bloei.

Hij leerde het volk hoe het graan moest zaaien en oogsten, hoe zij akkers moesten aanleggen en de grenzen ervan moesten meten, en hoe zij het land moesten bevloeien met kanalen en dammen. De wetgeving, de godsdienst en het stadsleven waren allemaal giften van Osiris. Hij was kortom de grote organisator van Egypte en hun leidende geest, hij maakte Egypte tot wat het was. Ook wordt hij in verband gebracht met de aardse en hemelse orde, en daarom ook met de sterrenhemel.

Zijn successen als koning van Egypte en zijn werk als organisator brachten met zich mee dat hij veel reizen ondernam, maar toen hij van één van zijn vele ondernemingen huiswaarts keerde naar zijn zuster en echtgenote Isis, werd hij gedood door een groep samenzweerders die werden aangevoerd door zijn broer Seth. Nu was Seth een dubieus figuur in het Egyptische pantheon. Hij werd geassocieerd met de sterren van de Grote Beer, die door de Egyptenaren het sterrenbeeld 'Meskhetiu' werden genoemd, ofwel 'de poot en heup van de stier'. Als tegenstander van Osiris stond Seth voor steriliteit, de woestijn, botte kracht en geweld. In de mythe van Osiris is Seth de personifiëring van de chaos.
                                                                                          

Tijdens een feestmaal wisten Seth en de andere samenzweerders Osiris ertoe te bewegen om in een grote doos te klimmen, die eruit zag als een doodskist en precies zijn formaat had. Vervolgens dromden ze om hem samen, sloten het deksel, spijkerden het vast en wierpen het in de Nijl. Volgens de Griekse schrijver Plutarchus werd Osiris vermoord op de 17e dag van de maand Athyr, toen de zon in de Schorpioen stond. Dat vond plaats in het 28e jaar van zijn regeerperiode.
De kist met zijn lichaam dreef stroomafwaarts en verliet de Nijl om uit te monden in de Middellandse Zee. Zijn vrouw Isis volgde de kist en vond zijn lichaam terug in de Syrische plaats Byblos. Van daar bracht ze het terug naar Egypte. Hoewel ze hem niet weer tot leven kon wekken, slaagde zij er met behulp van toverkracht in om hem een kind te laten verwekken. Zij verborg zijn lichaam in de rietvelden van de Nijldelta en verzorgde diep in het geheim het pasgeboren kind van Osiris. Op een nacht vond Seth, die op jacht was bij het licht van de maan, het lichaam van Osiris. Hij sneed het in 14 stukken en verspreidde deze over de rivier de Nijl.

                         

Toen Isis dit zag, deed zij haar uiterste best om de verspreide lichaamsdelen van haar echtgenoot weer bij elkaar te zoeken. Met veel geduld vond zij ze allemaal, op één na: zijn mannelijk lid. Het symbool van zijn vitaliteit was verloren gegaan in de Nijl. De 14 stukken van het lichaam van Osiris staan voor de 14 dagen van de afnemende of opkomende maan, en op het plafond van de tempel in Dendera staan inscripties die hier geen twijfel over laten bestaan. Op één paneel wordt een oog, dat op een schijf was gelegd, vervoerd in een boot. Dit oog was een symbool voor de zon of de maan. Thoth, de god van wijsheid en kennis, die met de kop van een ibis wordt afgebeeld, bestuurt de bark. Thoth werd geassocieerd met de maan en telde de dagen en seizoenen. Op een ander paneel worden de 14 dagen van de toenemende maan gesymboliseerd door 14 traptreden waarop allemaal goden staan.

De mythe van Osiris vervolgt met zijn wederopstanding. Isis balsemde en mummificeerde hem, en dankzij haar hulp verkreeg hij het eeuwige leven. In talloze graven en tempels wordt dit aspect van zijn mythe belichaamd in een hemels persoon -
het sterrenbeeld Orion.

Orion en Sirius, de nachtelijke tegenhanger van Isis, worden vaak afgebeeld terwijl ze varen in een hemelse boot. Gewoonlijk staat Orion daarbij op de plecht, terwijl hij omkijkt naar zijn vrouw, die hem volgt tijdens de nachtelijke reis van oost naar west. De sterrenhemel is het gebied waar de rest van de mythe zich afspeelt. Zoals de dode Osiris in zijn kist via de Nijl uit Egypte wegvoer, gevolgd door Isis, zo gaat Orion onder aan de nachtelijke hemel, even later gevolgd door Sirius.

Menu