 |
 |

Nefertari Merenmoet

Nefertari, Geliefde van Mut, de Nobele dame, de grote
favoriet van
Ramses II, zijn belangrijkste koningin (19e Dynastie, 1295 -
1255 v.Chr.) volgens de teksten die haar roemen op haar monumenten. Ook al heeft ze nooit de titel "prinses" gekregen, toch
benadrukken de benamingen die terug te vinden zijn in haar tombe de belangrijke
posities die ze bekleed heeft in de hofhouding van de koning, zoals "Vrouw van
de Koning" en "Belangrijkste vrouw van de Koning". Nefertari werd daarnaast
erkend als de "Dame van de Twee Landen" of "Heerser over Noord en Zuid". Nog
meer eer was de benaming "Koningin van alle Landen", die soms aan haar protocol
werd toegevoegd. Ongetwijfeld was dit slechts een eretitel, zei het een
zeldzame, want alleen Hatsjepsoet en Mutemwia (de vrouw van
Thoetmosis IV) droegen deze
titel. De titel "Bruid van God" is ook tweemaal te vinden in haar tombe.
De graftombe, die ontdekt werd in 1904, bevindt zich in de
Vallei der Koninginnen op de bodem van het belangrijkste Wadi
(opgedroogd rivierbed).
De restauratie van de muurschilderingen is een samenwerking geweest tussen de
E.A.O. (Egyptian Antiquities Organization) en het Getty Conservation Institute
en was gereed in 1992. Sinds die tijd mogen er slechts een beperkt aantal
bezoekers per dag de tombe betreden. Foto's maken in de tombe is met en zonder
flits verboden.
De lengteas (Noord-Zuid as) van de tombe loopt niet in een rechte lijn, maar
buigt enigszins naar het oosten, na de binnenste traptreden. Deze afwijking
wordt verklaard door het feit, dat de architect rekening moest houden met de
aanwezigheid van het graf QV80 en het graf van de moeder van Ramses II.
Een trap met 18 treden en een "glijbaan" in het midden leiden naar de deur van
de graftombe. Deze wordt beschermd door een canapé, een simpel, uitstekend stuk
rots als bescherming tegen vallend puin (niet te verwarren met het tegenwoordig
speciaal aangelegde afdak boven de trappen).
De eerste kamer die je binnengaat is vierkant. Aan de oostkant (rechts) komt dit
voorvertrek via een grote opening uit op een soort vestibule, die op zijn beurt
weer naar een rechthoekige kamer leidt. Deze drie kamers, allen op hetzelfde
niveau gebouwd , vormen de bovenverdieping van de tombe.
|

In de oostelijke hoek van de noordelijke muur van
het voorvertrek bevindt zich een andere deur, die via een serie
trappen, ook met een "glijbaan" in het midden direct naar de
grafkamer, de "gouden kamer" leiden. Nadat men door de deur
binnengegaan is ziet men dat aan de zijkanten van deze grote ruimte
overal banken uitgehouwen zijn. Ook valt de toegang tot drie extra
ruimtes op.
In het midden, tussen de vier kolommen die het dak van de tombe
dragen, is een gleuf gegraven. In deze gleuf bevond zich
oorspronkelijke de van roze graniet gemaakte sarcofaag.
Als werkstuk van uitzonderlijk hoge kwaliteit, blijft de tombe van
Nefertari juweel van de schilderkunst uit het officiële Nieuwe Rijk.
Het is het werk van de vaklui uit Set Maat, het tegenwoordige
Deir el Medina. We weten niet
precies wanneer men tijdens de regeringsperiode van
Ramses II met de bouw ervan
begonnen is, maar Koningin Nefertari stierf rond het jaar 1250
v.Chr. en alles duid er op, dat de bouw van de tombe toen al gereed
was.
De bouw moet meerdere jaren geduurd hebben, waarin het werk onder de
diverse vaklieden met hun diverse specialiteiten verdeeld werd. Het
kalksteen waaruit de
vallei der koninginnen bestaat zal vanwege de
slechte structuur niet echt bijgedragen hebben aan een snelle manier
van werken. |

Er zijn vele voorbeelden, die bewijzen, dat de vaklieden van
diverse ambachten zij aan zij in de Koninklijke dodenstad van
Thebe gewerkt hebben aan een enkel project; elk een klein
onderdeel in de enorme ketting van werkzaamheden die nodig waren om een tombe te
bouwen. Het kan daarom best zo zijn, dat de houwers al aan de muren begonnen te
werken, die de tekenaars net verlaten hadden. Werkend volgens hetzelfde
principe, was het hun taak om de zojuist getekende omtrekken heel voorzichtig
uit te hakken, zodat er een reliëf ontstond in de kalkstenen muren. Na het
kappen werden de afbeeldingen ingewassen met een soort lijmverf waarin een
mengsel van plantaardig gom zat, zodat de kleuren beter zouden houden. Als
laatste zouden dan de schilders aan de slag gaan en hun talenten loslaten op de
muren om de afbeeldingen voor eeuwig vast te leggen.
Afbeeldingen van de Koningin in haar Tombe
De meeste vrouwen in de Egyptische iconen worden
afgebeeld met een gele huid. Op de afbeeldingen in haar tombe vormt
Nefertari een uitzondering op deze regel. Zij wordt afgebeeld met
rode, soms zelfs een roze huid. Het is zelfs zo, dat alle gestorven
koninginnen in deze necropolis met een roze huid worden afgebeeld.
Vanaf het Nieuwe Rijk bekleedt de Koninklijke familie en speciaal de
Voornaamste Vrouw van de koning een speciale positie in zowel
politieke als religieuze zaken binnen het koninkrijk.
In plaats van de bijzonderheden van de gebruikte iconen te koppelen
aan persoonlijk gedrag van de koningen en koninginnen, geloven we
eerder, dat ze gebruikt werden ter bevestiging van de belangrijkste
eigenschappen van hun koningschap. Meer nog ter demonstratie van het
feit, dat zij de instrumenten waren van het onderhoud (of het
veiligstellen) van de erfelijke overdracht van de krachten van hun
dynastie. Men wilde duidelijk maken dat ze werkelijk tot de wereld
van de goden behoorden en op hetzelfde moment wilden ze zich een
plaatsje verzekeren in het hiernamaals van
Osiris, vergelijkbaar met
of gelijk aan het leven van de farao's. |

Op de muren van de begrafenis ruimtes wordt
Nefertari ofwel staand, ofwel knielend, ofwel gezeten op een stoel
met rechte rugleuning afgebeeld. Behalve op drie schilderingen
waarin ze als mummie verschijnt of als de vogel "Ba" , die haar ziel
moet voorstellen.
De koningin draagt op de schilderingen altijd een lange jurk van
gevouwen linnen, die onder de boezem samenkomt en die om haar middel
is vastgemaakt met een riem, waarvan de gedraaide uiteinden losjes
naar beneden vallen. Op haar hoofd draagt ze meestal de traditionele
driedelige pruik en de huid van een gier. Op de gier staat dan weer
een cilinder van edelmetaal. |

Ahmes-Nefertari, de moeder van
Amenhotep I, was de
eerste persoon om wie na haar door een werkelijke cultus ontstond,
te danken aan haar uitstekende priesterlijke functies. De cultus om
haar persoon werd in de daaropvolgende dynastieën enthousiast in
stand gehouden. Omdat ze een goddelijk personage geworden was, werd
ze vaak afgebeeld met een zwarte huid; een zeldzaam voorrecht dat
voorheen alleen verleend werd aan goden of tot god verklaarde
koningen. De zwarte huidskleur, die haar afbeeldingen doet afwijken
van andere personen van haar stand, is dus blijkbaar in
overeenstemming met haar heiligverklaring. Haar nieuwe lichamelijk
verschijning was aldus een tastbaar bewijs van het feit dat ze
toegetreden was tot de wereld der goden. Er bestaat geen twijfel
over, dat de koninginnen uit het Ramessiden tijdperk zichzelf ook
van andere vrouwen wilden onderscheiden door zichzelf te laten
afbeelden met een roze huid.
In feite eindigt de nachtelijke reis van de
overleden koningin in deze ruimte, waar ze haar reis start in
westelijke richting. Aan het begin verwelkomd door Osiris en Anubis
(muren aan de rechterkant van de ruimte) wordt de vrouw van
Ramses
II vervoerd in de richting van de binnenste trappen van de tombe.
Haar naam verschijnt in fantastische gele cartouches.
De muren aan de overkant zijn bedekt met kolommen van regressieve
teksten (te lezen van boven naar beneden en van links naar rechts).
De inhoud van de teksten die het "ontluiken in het daglicht"
behandelen uit het
boek der doden, waarvan de
afbeeldingen de een na de ander aan de bovenkant van de muren
gereproduceerd zijn in de vorm van karakterschetsen. In feite zien
we hier dus het hoofdgedeelte van het begrafenisritueel, inclusief
de spreuken die nodig waren om de overledene een volledige
bescherming te geven en haar de mogelijkheid te geven om het Rijk
der Doden te verlaten als zij dat zou wensen.
|

De vestibule en kamer
De scènes die de muren van de vestibule en kamer, sieren, bestaan
uit twee specifieke groepen van iconen, maar om hun religieuze
belang te kunnen begrijpen, moeten we hun lijn volgen door beide
kamers en de decoraties op de hele linkerwand beschouwen als
corresponderend met de nachtelijke wereld en de hele rechterwand als
corresponderend met de wereld overdag. De eerste afbeelding die we
dan zien aan de linkerkant is die van Serket, een Godin van
bescherming (het icoon voor haar naam is de schorpioen), zij opent
de deur voor Nefertari. Een stukje verder leidt Maat haar door de
deur van de vestibule. De koningin wordt daarna door Isis naar de
wedergeboorte van het eeuwige leven geleid, voorgesteld door de God
Khepri met het hoofd van de zwarte
scarabee. Eenmaal door de deur
van Kamer, vervolgt Nefertari, dit keer alleen, haar weg naar het
hiernamaals en ontmoet voor het eerst de afbeelding van de god Ptah,
tegen één van de pilaren. Voor de eerbiedwaardige afbeelding van de
god van
Memphis offert ze dan stoffen, waarna ze zichzelf
presenteert aan de God met het hoofd van een ibis, Thoth. De
koningin begint daarna met het gedeelte van de reis dat eindigt met
haar wedergeboorte en dit wordt perfect weergegeven op de afbeelding
rechts naast de ingang van de kamer: Daar staat ze tussen de
Godinnen Osiris en Re als een mummie met het hoofd van een ram.
Deur in het binnenste trappenstelsel
De benedenverdieping van de tombe kan men bereiken via de deur.
Boven de deur zijn Horus en zijn vier zonen (Imset, Hapy, Duamutef
en Kebehsenuf) achter elkaar zittend afgebeeld als mummies. Het
onderwerp wat boven de banken wordt behandeld is Nefertari's
offerande van kruiken wijn aan de verschillende Goden. De ruimte
onder de banken wordt bijna helemaal in beslag genomen door meerdere
kolommen tekst.
|

Deur in de grafkamer
Door de deur met een afbeelding van de Godin van balans (Maat met
gespreide vleugels) bereiken we niet alleen de sarcofaag, maar ook
het koninkrijk van Osiris in een rietveld. Om daar te komen moet
Nefertari echter vele obstakels en vallen omzeilen, die daar
geplaatst zijn door de kwade geniën en negatieve krachten uit de
onderwereld. Angstaanjagende wachtposten, zoals die aan de deuren
van het mysterieuze Duat, zullen opstaan en haar zelfs bedreigen als
zij hun namen en geheimen niet kent.
Aan het einde van deze gevaarlijke tocht, waar ze uiteindelijk
triomferend uit tevoorschijn komt, staat de vrouw van Ramses II weer
voor de triade der goden, die beslissen over het lot van deze
"personen uit het westen" (de doden) Osiris, Hathor-Imentet en
Anubis. |

|
 |
 |
|