 |

Ramesseum, dodentempel Ramses II

Het was gebruikelijk voor de
farao's
van de
18de, 19de en 20ste dynastie om dodentempels te bouwen op de westoever van het
oude
Thebe. Dodentempel is overigens niet de juiste benaming, aangezien de
tempel toch echt voor de levende farao bedoeld was. De farao vierde namelijk in
deze tempel de zogenaamde sed-feesten. Sed-feesten waren bedoeld om te farao te
kunnen laten bewijzen dat hij nog capabel genoeg was en fysiek nog in orde
om het land te kunnen regeren. Daarnaast ontving de farao tijdens het feest van
de goden nieuwe krachten om zijn zware taak als hoofd van de regering voort te
kunnen zetten. Net als de overige dodentempels op de westoever zijn de tempels
oost-west georiënteerd. Dit kwam overeen met de as van de zon en de sterren.
Daar moet wel bij vermeld worden dat als men de plattegrond van de tempel
bekijkt, men zal zien dat de tempel opmerkelijk genoeg niet in een rechte hoek
ligt. |

De dodentempel van
Ramses II
werd door Fransman
Champollion, die de
hiërogliefen van de
tempel ontcijferd had, het Ramesseum genoemd. Een andere naam
waaronder de tempel bekend is, is Ozymandiaz. Ozymandiaz is afgeleid
van de Griekse naam waar Ramses II ook onder bekend was;
Oeser-Maat-Ra. De Griekse geograaf Strabo noemde het bouwwerk echter
Memnoniom, dat werd in de oudheid veel gebruikt voor gebouwen en was
een afgeleide van de Griekse held Memnon, het mythische kind van
Aurora.
De tempel van Ramses II is één van de fraaiste en elegantste
voorbeelden van een dodentempel zoals deze gebouwd werden op de
westoever. Het uiterlijk is echter sterk veranderd. Aardbevingen,
het
hergebruik van bouwmaterialen en de tand des tijds zijn hier
debet aan.
Ramses II begon reeds in zijn eerste regeringsjaar al aan zijn
dodentempel. Het complex bevat verschillende gebouwen. Allereerst de
tempel ter verering van de farao, daarnaast was er een koninklijk
paleis voor de farao dat hij gebruikte tijdens de ceremoniën. Van de
tempels ter verering van zijn vrouw
Nefertari
en ter verering van zijn moeder Toeja zijn
enkel nog de funderingen zichtbaar vanaf de noordzijde van de
hoofdtempel. Daarnaast waren er grote pakhuizen van ongebakken
tichels waarin de goederen opgeslagen werden die van de landgoederen
afkomstig waren die bij de tempel hoorden. Deze producten werden
zowel gebruikt voor de dagelijkse rituele offers en voor het
kleden en voeden van de tempelpriesters. |

De tempel zelf is veelal voorzien van
religieuze wandreliëfs. Op de buitenmuren is dat even anders, hier zijn
historische voorstellingen op weergegeven. Ramses II liet zijn 'historische
overwinning' na
de slag bij Kadesh op meerdere tempels afbeelden. Ook hier in het
Ramesseum heeft hij dat laten doen. Bij het eerste hof van de tempel ligt nu het
beeld, wat vroeger 19 meter hoog moet zijn geweest, en de ingang sierde. Het reusachtige
monolithische beeld van rode graniet uit
Aswan ligt tegenwoordig op zijn rug en
stelt Ramses II voor. Het tweede hof is versierd met de bekende
Osiris-beelden,
in het oosten en in het westen. Het zuiden en het noorden werden bekleed door
een dubbele rij papyrus bundelzuilen. De tempelfaçade is versierd met
offerscènes. Daaronder marcheert de feestelijke optocht van de koningszonen in
een processie naar het binnenste van de tempel. Drie hellingen leiden naar de
drie poorten van deze façade, hierdoor wordt de driedeling van de tempel
benadrukt. De zijkanten van het middelste niveau waren in vroegere dagen
voorzien van twee zittende beelden van de farao. Het buitengewoon mooie hoofd
van één van de beelden ligt er nog steeds. Van het andere beeld is alleen de
troon en het onderlichaam nog in het Ramesseum. Het overige deel van het beeld
is in het begin van de 19de eeuw verkocht aan het British Museum. De hoofdingang
leidt naar de 'hypostyle kamer'. Het lijkt een soort basiliek, bestaande uit twee
rijen van elk zes hoge papyruszuilen, met geopende knop. Aan beide zijden is de
hypostyle kamer voorzien van drie rijen van papyrus bundelzuilen met gesloten
knop. Tegenwoordig zijn de levende kleuren nog van een dermate goede kwaliteit
dat men een indruk kan krijgen van het oude pracht en praal dat deze tempel
herbergde. De drie kleine hallen, waarvan het plafond gedragen werd door acht
zuilen en leidde naar het heilige van het heilige, maar zijn echter compleet
vernield. Op de achterwand van de zuilenzaal is een prachtige afbeelding te zien
van Ramses II die op audiëntie gaat bij het godenpaar Amon en Moet. Uit de hand
van Amon ontvangt hij het kromzwaard en de kwast om zijn macht te onderstrepen. |
|
 |