 |

Ramses II (ook bekend als Ramses de Grote, ca. 1314 v. Chr. - 1223 v. Chr.)
was een Egyptische farao, de derde van de XIXe dynastie. Hij regeerde van 1290
v. Chr. tot aan zijn dood (1223 v. Chr.).
Hij bereikte een zeer hoge leeftijd (waarschijnlijk 90 jaar) en was mogelijk
farao ten tijde van de Exodus. Hij overleed na een regering van maar liefst 66
jaar en 2 maanden en werd opgevolgd door zijn dertiende zoon
Merenptah.
Ramses wordt wel beschouwd als de grootste farao aller tijden. Hij was een groot
veldheer en bouwer. Hij liet onder andere de
Abu
Simbel tempels en het
Ramesseum
bouwen en breidde ook verschillende
andere tempels uit. Daar is de tempel
van
Seti I te Abydos wellicht een goed voorbeeld van. Bovendien liet hij een nieuwe
hoofdstad in de Nijldelta bouwen om zo eerder te kunnen reageren op een
Hettitische aanval.
Hij had vele vrouwen, waaronder de beroemde
Nefertari, die een van de mooiste graven in de
vallei
der koninginnen heeft. Zelf is Ramses begraven in de
vallei
der koningen (graf KV 7). Zijn mummie bevindt zich in
het museum te
Caïro.
Toen Ramses 12 jaar was leerde hij voor het eerst zijn vader kennen (waarschijnlijk
doordat Seti ook zoveel kinderen en vrouwen had en daarbij ook nog eens moest
regeren en oorlog voeren). Zijn broer Chenar had eigenlijk de farao moeten worden
maar
Seti
I had andere plannen en bereidde Ramses voor om te regeren.
Slag bij Kadesh
In het begin van zijn regering vocht hij een grote veldslag uit, met de
Hettieten, bij Kadesh. Hij riep zichzelf uit als grote overwinnaar van deze slag
terwijl hij dat in feite niet was. Door een valstrik van de Hettieten, leed zijn
leger al snel heel erg zware verliezen. Al bij de eerste aanval verloor Ramses
twee van de vier divisies van vijfduizend man die hij bij zich had. Ramses kon
ontsnappen, geholpen door de laatste divisie en de elite-krijgers van zijn leger
dat hem te hulp schoot. In de jaren hierna onderhandelde hij met de Hettieten
over een verdrag om zich zo gezamenlijk te weren tegen de dreiging uit Assyrië.
De originele tekst van het verdrag is bewaard gebleven:
Mogen duizenden godheden, waaronder de goden en godinnen van Hatti en
Egypte, getuige zijn van dit verdrag tussen de keizer van Hatti en de farao van
Egypte.
Ook zijn getuigen de zon, de maan de goden in godinnen van hemel en aarde, de
bergen en de rivieren, de zee, de winden en de wolken.
De duizenden godheden zullen het huis, het land en de onderdanen vernietigen van
degene die zich niet aan het verdrag houdt.
De duizenden godheden zullen ervoor zorgen dat degene die zich er wel aan houdt
een rijk en gelukkig leven zal leiden met zijn huisgenoten, zijn kinderen en
zijn onderdanen.
Ramses is een van de bekendste farao's en heeft een moeilijk leven gehad. uiteindelijk
overleed hij aan reumatiek. ook had hij een ziekte aan zijn tanden. In zijn
regeringsperiode probeerde zijn broer, die aan de kant was gezet door Seti,
Ramses van de troon te stoten en zelf farao te worden, wat hem uiteindelijk zijn
dood betekende toen hij werd verraden door Nubiërs en zij hem doodden.
Is Ramses II de farao uit het Exodus
verhaal?.
Is Ramses II de farao uit het Exodus
verhaal?
Egyptische archeologen gaan de mummie van farao Ramses II onderzoeken, om uit te zoeken of hij de farao van Egypte
was ten tijde van de exodus van de Joden uit Egypte.
De beschrijvingen in de Koran van de farao tijdens
de exodus komen overeen met de regeerperiode van Ramses II tijdens de achttiende
Dynastie.
Onlangs werd de mummie van
Toetanchamon
gescand, en daarna is het de beurt aan Ramses II. Met dit onderzoek willen we
misschien achterhalen hoe Ramses II stierf en of hij farao was ten tijde van de
exodus, aldus Dr. Zahi Hawass.
De beschrijvingen in de Koran van de farao tijdens de exodus komen overeen met
de regeerperiode van Ramses II tijdens de achttiende Dynastie. Farao Ramses II
regeerde 67 jaar lang, een periode waarin gebeurtenissen zoals de exodus konden
plaatsvinden, zo meent Dr. Zahi Hawass.
Volgens het Bijbelse verhaal van de Exodus uit Egypte, kon Mozes de farao na 10
goddelijke plagen overhalen om de Joodse slaven in Egypte vrij te laten.
Vervolgens splijtte God de Rode Zee om zijn volk te helpen ontsnappen aan de
Egyptische troepen die de Joden achtervolgden. God liet daarna de Egyptenaren in
de zee verdrinken, zo verhaalt het boek Exodus in het Oude Testament.
In de jaren tachtig onderzocht een Frans team de mummie van Ramses II al
tevergeefs op sporen van verdrinking.
|

Hoe zag Ramses II er uit
Het uiterlijk van deze Farao was ook best bijzonder. Voor een Egyptenaar was
hij met zijn 1.75 m erg groot! Hij was tenger en had een opvallende, kromme neus
en grote oren. Hij was een ijdel man, zelfs op oude leeftijd liet hij zijn
haar rood verven. Dit deed hij omwille van zijn vader,
Farao Seti I. Deze
Farao is vernoemd naar de Egyptische God Seth met zijn rode haren. Uit respect
voor zijn vader verfde Ramses II daarom zijn haar rood.
Om een goed beeld te krijgen van Ramses uiterlijk kun je kijken naar de foto
van zijn mummie, zie boven. De Egyptenaren probeerden het lichaam hier op aarde
zo goed mogelijk te bewaren. Er is zelfs
iets onder de neusvleugels van Ramses II gestopt, om ervoor te zorgen dat zo
zijn neus opvallend zou blijven.Op latere leeftijd kreeg Ramses te kampen met allerlei gebreken. Hij liep
krom en had last van reuma. In het geval van de ziekte van Ramses viel
zijn immuunsysteem het weefsel in de binnenkant zijn gewrichten aan. Dit
betekent stijve gewrichten, vooral 's ochtends. Ook zijn de gewrichten
ontstoken, waardoor het pijnlijk is als je niet beweegt of je gewrichten
belast. Ramses II, had net als vele andere
landgenoten, last van zijn gebit. In het Oud Egyptische Rijk werd graan tussen
twee ruwe stenen tot meel gemalen. Er kwam zand in het meel, maar ook heel
kleine stukjes steen, die door het schuren ontstonden.
Vermoedelijk hadden de meeste Farao's een groot gezin. Meestal tientallen tot
honderden vrouwen en kinderen. Maar Farao Ramses II deed iets heel bijzonders.
Hij beeldde al zijn kinderen af op zijn bouwwerken. Niet alleen de
zoons, maar ook de dochters. Dit is iets wat geen enkele Farao voor of na hem
heeft gedaan.
Ramses II trouwde al jong en heeft in zijn leven meer dan 200 vrouwen en
concubines gehad. Ramses II kreeg zijn vermoedelijk eerste zoon van
Nefertari, zijn
lievelingsvrouw. Volgens de bijbel zou deze oudste zoon, Amonherkhopshef
gestorven zijn door de hand van God tijdens de tiende plaag van Egypte. Toen Amonherkhopshef stierf, kreeg
Merenptah
de leiding over het leger. Na vijf gestorven troonopvolgers was Merenptah
uitgekozen. Deze dertiende zoon van Ramses II heeft uiteindelijk ook de troon
overgenomen na het overlijden van Ramses II.
|
Ramses II - Slag bij Kadesh

Slag bij Kadesh
Conflict Egyptische-Hettitische oorlogen
Datum: circa 1299 v. Chr. of circa 1285 v. Chr.
Plaats: Nabij de rivier Orontes.
Resultaat: Onbeslist
Betrokken partijen
Koninkrijk Egypte - Hettitische rijk
Bevelhebbers -
Ramses II. - Muwatalli II
Troepensterkte
circa 2000 strijdwagens en ongeveer 16.000 infanteristen. circa 3000
strijdwagens en ongeveer 20.000 infanteristen (bleven ongebruikt)
De Slag bij Kadesh (soms ook als Kadesj, Qadesh of Quadesh gespeld) vond plaats
tussen de legers van Egypte en de Hettitische strijdmachten onder leiding van
Muwatalli II en werd nabij de rivier Orontes uitgevochten tijdens de
heerschappij van Ramses II. Het was
waarschijnlijk de grootste strijdwagenslag ooit, er werden ongeveer 5000
voertuigen ingezet.
De exacte datum van de slag is onbekend, maar twee worden vaak genoemd: ofwel
rond 1299 v. Chr., ofwel rond 1285 v. Chr. Bijna al de informatie rond de
veldslag komt van Egyptische bronnen en daarom kan die overdreven of onjuist
zijn. De verdere data in dit artikel gaan ervan uit dat de slag in 1299 v. Chr.
plaatsvond.
De slag bij Kadesh was de uiteindelijke clash tussen de Egyptische
strijdkrachten en de Hettitische strijdkrachten, in een conflict dat al jaren
sleepte. Beide machten troffen elkaar in de grensgebieden van hun rijken, het
huidige Syrië. De Hettieten waren naar Syrië afgezakt om Amurru, een voormalige
vazal die naar de Egyptische kant was overgelopen, terug onder Hettitisch gezag
te plaatsen. De Hettieten kampeerden in Carchemish en waren woest op de
Egyptenaren vanwege dat verraad. De Egyptenaren zelf deden er alles aan om de
controle over hun nieuwe vazal te behouden en rukten uit om het land te
beschermen.
De Hettitische koning Muwatalli II
(1295–1272 v. Chr.) plaatste zijn troepen achter de grote heuvel
bij Kadesh. Hij kon beroep doen op vele van zijn bondgenoten, waaronder
Rimisharrinaa, de koning van Aleppo. Ramses II voelde zich veilig nabij Kadesh
want hij dacht dat het Hettietische leger nog in Aleppo zat, maar kwam de
waarheid pas te weten toen zijn verkenners twee Hettitische soldaten
gevangennamen. Ramses zond onmiddellijk koeriers naar de Ptah en Setekh divisies
(in het Egyptische leger kregen de divisies namen van goden), die zich nog
steeds aan de foute kant van de rivier Orontes bevonden en maanden hen aan om
snel naar hem te komen.
Voordat Ramses zijn divisies bijeen kon krijgen, vielen ongeveer 2500
strijdwagens van Muwatilli's strijdmacht de Ra en Amon divisies aan en
plunderden het Egyptische kamp.
De Egyptenaren moesten nu terugtrekken. Ramses zelf kon ternauwernood ontsnappen
aan gevangenschap, mede door versterkingen die door Amurru gestuurd waren om de
farao te assisteren en die de Hettieten konden terugdringen. Door de gewonnen
tijd konden de Egyptenaren zich hergroeperen en de strijdwagens van de Hettieten
bijna omsingelen, maar die slaagden erin om zich over de Orontes terug te
trekken en zich terug bij de rest van hun leger te voegen.
Muwatalli vroeg na deze slag om een vredesvoorstel met Ramses, die dat
accepteerde. Beide kampen noemden deze slag een overwinning, maar troepen van
Ramses, hadden veruit de meeste slachtoffers en waren er niet in geslaagd om
meer grondgebied in te nemen. Kadesh en Amurru werden later door de Hettieten
ingenomen. Dit verlies van prestige zorgde voor een reeks van opstanden in het
Egyptische Rijk, waardoor Ramses zich niet meer op het grensconflict kon
concentreren. Pas in 1294 v. Chr. kon hij terug, om oorlog te gaan voeren met de
Hettieten.
Het gehele conflict werd in 1283 v. Chr., in het 21ste jaar van de heerschappij
van Ramses II, beëindigd met een vredesverdrag met de nieuwe koning van de
Hettieten, Hattusili III.
Het verdrag werd op een zilveren tablet neergeschreven, waarvan een kleikopie nu
nog bestaat. Een vergroting van die kopie hangt aan een muur in het
hoofdkwartier van de Verenigde Naties, omdat het een van de eerste
internationale vredesverdragen is.
|

|
 |