 |

Scarabee - Zegelsteen - heilige mestkever - Egypte

Scarabee is de naam van een groep van mestkevers,
waarvan de heilige pillendraaier (Scarabaeus sacer) de bekendste is.
De mestkevers verzamelen mest van herbivoren, zoals paarden en
kamelen, waarin nog veel onverteerde vezels zitten. Daar draaien ze
ballen van waar ze hun eieren in leggen.
De Egyptenaren geloofden dat hun overledenen na de dood verder
reisden naar een nieuw en eeuwig leven. Om hun te beschermen op deze
tocht kregen ze een amulet mee. Het meest bekende is de scarabee.
De scarabee werd in de Egyptische mythologie als een heilig dier
beschouwd. De Egyptenaren dachten dat de kevers spontaan uit
mestballen ontstonden, omdat men toen nog niet wist dat de kever
eieren legt in de mest en dat de larve in de mestbal verpopt en
uitkomt. In
hiërogliefen staat de afbeelding van een
scarabee voor de drie medeklinkers xpr, wat door egyptologen wordt
vertaald als "ontstaan", "scheppen" of "transformeren". De scarabee
was verbonden met de god Chepri, van wie de naam uit de zelfde
medeklinkers bestaat. Chepri was de god van de opgaande zon, die als
het ware iedere dag een nieuwe zon schiep. De mestballen, die door
de kevers worden gemaakt en voortgerold, werden, vanwege de ronde
vorm, ook in verband gebracht met de zon, en hierdoor met Chepri.

De scarabee komt regelmatig voor in Egyptische sieraden met een
zonneschijf, gemaakt van edelsteen en goud tussen de voorste poten
geklemd en voorzien van een paar extra "goddelijke" vleugels in de
mooiste kleuren. De Egyptenaren zagen in de mestkever ook het
symbool van de eeuwige kringloop van het leven: kadavers en
afvalstoffen zoals mest blijken toch weer een voedingsbodem te zijn
voor nieuw leven.
In Egypte en in gebieden die onder Egyptische invloedssfeer stonden
(zoals Kanaän) zijn bij archeologische opgravingen veel afbeeldingen
en andere artefacten die scarabeeën voorstellen teruggevonden.
Zegelstenen namen in de Egyptische cultuur een zeer belangrijke
plaats in. Bij gebrek aan paspoorten en handtekeningen fungeerde een
zegel als legitimatiemiddel; het droeg dan de naam van de eigenaar.
Na een periode van experimenten met knoopvormige zegels viel de keus
uiteindelijk op de scarabee. De praktische ovale vorm met bolle rug
en vlakke onderkant leende zich goed voor het aanbrengen van
gegraveerde opschriften en voor montage in een zegelring. De
scarabee zat dan meestal aan een pin geregen en kon gedraaid worden
voor het aanbrengen van een zegelafdruk. De scarabee was echter niet
alleen maar een praktische vorm. Steeds zijn de Egyptenaren zich
bewust geweest van de symbolische betekenis van deze keverstenen.

Scarabeeën droeg men dan ook niet alleen als zegelsteen, maar ook
als amulet. De opschriften op het ondervlak, die in het Middenrijk
nog meestal de naam en titels van ambtenaren geven, maakten in de
loop van het Nieuwe Rijk steeds vaker plaats voor symbolische
afbeeldingen van godenmachten of beschermende formules. De meeste
bewaard gebleven scarabeeën met koningsnamen dragen echter variaties
van de naam Menche-perrê, de troonnaam van de grote farao
Thoetmosis III. Nog generaties lang brachten
de Egyptenaren diens naam aan op amuletten en zegelstenen.
Veel zegelstenen komen ook voor bij Mencheperoerê (Thoetmosis IV,
l401-1391), Nebmaätrê (Amenhotep
III, 1391-1353), Menmaätrê (Seti I, 1306-1290)
en Wesermaätrê-setepenrê (Ramses
II, 1290-1224). |

|
 |