Vallei der Nobelen

Op de westelijke oever van Luxor te Deir el-Medina bevind zich de Vallei der Nobelen, ook wel bekend als de Vallei der Werkers en gevestigd tussen de Vallei der Koningen en de Vallei der Koninginnen. Het dorp was een koninklijk institutioneel dorp bedoeld om de gemeenschap vakliederen te leverden voor werkzaamheden aan monumentale bouwwerken waaronder tombes van koningen, koninginnen, prinsen, prinsessen en afgevaardigden. Ook waren de vakliederen werkzaam in tempels waaronder de Karnak Tempel.

Onderzoek naar het gebied begon rond 1905 door Italiaanse archeoloog Ernesto Schiaparelli en werd voortgezet door vele anderen onderzoekers waaronder de Franse archeoloog Bernard Bruyere die rond 1922 en 1940 het terrein grondig onderzocht. Voor bijna vijf eeuwen lang was het gebied een vesting waar ambachtsliederen waaronder bouwmeesters, beeldhouwers, tekenaars, schilders en metselaars woonden en verantwoordelijk waren voor de werkzaamheden aan de koninklijke graven en monumenten. De oudste bouwwerken op het terrein dateren uit de periode van Farao Thoetmoses I. Farao Amenhotep I had reeds de plannen voor het terrein uiteengezet waarna onder het bestuur van zoon en opvolger Thoetmoses I de locatie in gebruik werd genomen.

Op het terrein bevind zich naast de Thebaanse Necropolis een kleine tempel gewijd aan Hathor uit de Ptolemeïsche periode die omgeven is door een hoge muur van gebakken kleistenen en magazijnen die achter de tempel zijn gevestigd. Ook zijn er sporen van graven uit de Griekse, Romeinse en Christelijke periode aangetroffen. Het terrein werd meerdere malen uitgebreid met bouwwerken onder het bestuur van Farao Hatsjepsoet, Farao Thoetmoses III en Ramesside periode toen het volledig operationeel was. Farao Amenhotep I werd door de ambachtsliederen vernoemd als hoofdopdrachtgever die met behulp van de werkers de gemeenschap van Deir el-Medina onmisbaar maakte. Na een lange periode waarin de arbeiders gegarandeerd waren van werk kwam de verschaffing van werk in periode onder het bestuur van Farao Ramses III in moeilijkheden door regelmatige invallen door nomadische Libiërs.

Tegen het einde van het Nieuwe Rijk was het dorp in verval geraakt en zochten ambachtsliederen werk elders waaronder in de tempel van Medinet Habu. Op het Westelijke gedeelte van de Necropolis van Deir el-Medina bevinden zich diverse tombes en kapellen die in groepen over het terrein zijn verdeeld die door paden van elkaar worden gescheiden. Graven van families, bouwmeesters, schrijvers, beeldhouwers, schilders en andere vakliederen bevinden zich op het terrein.

Menu